De methode hanteert een geografische zienswijze waarbij leerlingen zich oriënteren op de wereld om hen heen, dichtbij en veraf (ruimtelijke inrichting). Tevens ontdekken ze dat die inrichtingselementen op een bepaalde manier zijn verspreid (ruimtelijke spreiding). Leerlingen ervaren zo verschillen en overeenkomsten met hun eigen omgeving.
Kenmerken:
- leerstof geordend in 9 thema's per leerjaar
- keuze uit jaarstofplanning van 27 lessen, 36 lessen of 45 lessen (allen exclusief 9 toetslessen)
- gebruik directe instructie-model
- elke les bevat het onderdeel 'Extra' met daarin verdieping/verbreding
- zowel werkboeken als topografiewerkboeken in kleur uitgevoerd
- geïntegreerd gebruik van de atlas en een aparte leergang topografie