Elke leerling leert en verwerkt op zijn eigen tempo en niveau in Taal actief. De klassikale instructie is eenvoudig op maat te maken. Door het onderdeel Eerst proberen wordt er gecontroleerd of de leerlingen de instructie begrepen hebben en gaan ze vervolgens instappen bij de juiste oefening. In de taallessen is voldoende tijd ingeruimd voor herhaling en extra oefening. Er is preventief materiaal beschikbaar voor leerlingen met een minder rijke woordenschat. Voor leerlingen die sneller door de lesstof en oefeningen heen gaan zijn er extra uitdagingen in het leerwerkboek en in de software. Deze opdrachten dagen leerlingen uit om te spelen met taal en tegelijkertijd te werken aan de vaardigheden denken, maken en doen. Voor taalsterke en hoogbegaafde leerlingen is er plusmateriaal. Hiermee werken leerlingen op en hoger niveau en zelfstandig aan dezelfde lesdoelen. Ook kunnen ze aan een eigen taalonderzoek werken. Met deze aanpak blijft de groep bij elkaar tijdens de instructie en is er extra uitdaging in de verwerkingstijd voor kinderen die meer aankunnen. Per thema is er een leerwerkboek plus dat het reguliere werkboek vervangt.Het bestaat uit twee delen. Het eerste deel voor taalsterke kinderen dat de structuur volgt van het thema. In de lessen zijn er opdrachten vervangen door veelal open opdrachten die een groter beroep doen op het creatief denken.

Tijdens de les geeft het onderdeel Eerst proberen al een eerste indicatie. Na elke taalles reflecteren de leerlingen op het aangeboden doel. In les 19 van elk thema kan een (optionele) summatieve taaltoets over de doelen woordenschat en taal verkennen worden afgenomen. Wanneer de leerlingen digitaal werken weet de leerkracht op elk moment hoe de leerlingen hierop groeien. Voor de communicatielessen zin aparte toetsinstrumenten ontwikkeld. Met de observatielijst schrijftaak en de observatielijst spreek- en luistertaak biedt de leerkracht inzicht in merkbare groei van schrijven, spreken en luisteren. Ook kan er elk half jaar een taalgroeigesprek plaatsvinden. De leerlingen geven gedurende elk thema hun groei weer in hun taalgroeiboek.

Elke week is er een les tekstbegrip van 60 minuten. Deze sluit aan op het communicatiethema en waar mogelijk op de communicatietaak. De les is leerkrachtgebonden en kan in één keer worden gegeven of kan worden gesplitst in twee lessen van 30 minuten.
In elke les staat een rijke tekst centraal. De leerkracht leest de tekst voor en snelsematiseert de cruciale begrippen van de tekst. Er zijn verschillende leesdoelen gekoppeld aan de les, waar specifieke opdrachten bij horen. In groep 7 en 8 is er het aanbod Verder met teksten. Hierbij is een gevarieerd aanbod van authentieke teksten. Hierin staat de rijke tekst centraal en dagen de opdrachten de kinderen uit om verdiepend te lezen.

Bij tekstbegrip blijft de groep doelbewust bij elkaar. Doordat er veelal een beroep wordt gedaan op de hogere denkordevragen ontstaat natuurlijke differentiatie en kan elk kind op zijn eigen niveau aan de slag. Er is een klaaropdracht voor tempodifferentiatie.

Binnen Taal actief tekstbegrip staat formatief evalueren centraal. Door de leerlingen te observeren tijdens het werken aan opdrachten, het samenwerken en tijdens de nabespreking, krijgt de leerkracht informatie over de vaardigheden en het leesproces van individuele kinderen en de groep. Dat geeft aanwijzingen over de instructie- en begeleidingsbehoefte van kinderen. Tekstbegrip biedt tekstgericht leesonderwijs, waarbij de opdrachten niet bedoeld zijn om te controleren, maar om met elkaar na te denken in en in gesprek te gaan over de tekst. Dit wordt niet gedaan met multiple choice vragen zoals bij onafhankelijke toetsen wordt getoetst. Daarom zijn er toetsvaardigheidslessen, zodat leerlingen omgaan met de vraagstelling van de summatieve toetsen.