Nieuw Nederlands Junior Taal volgt een convergente didactiek met hierin:

• een gezamenlijke weg richting het eindproduct voor alle niveaus (taal)
• hoge doelen en verwachtingen van kinderen
• dezelfde rijke teksten en uitdagende (eind)opdrachten voor alle niveaus (taal)
• scaffolding voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben zonder dat het onderwijs wordt verarmd (taal)
• iedereen volgt basisinstructie, waarna leerlingen online en offline in leerroutes zitten
• taalmaatje om houvast te geven

Voor de leerkracht is er duidelijke begeleiding en handvatten voor begeleide inoefening en modeling. Verlengde instructie wordt pas gegeven als leerlingen optimaal de kans hebben gehad te profiteren van de instructie. Preteaching heeft voor sommige leerlingen meer waarde dan verlengde instructie. Taalsterke leerlingen worden uitgedaagd met de plusopdracht in iedere les. Ook krijgen zij een uitbreiding van het doel of meerdere doelen binnen dezelfde schrijfopdracht. In de handleiding staan suggesties hiervoor. Leerlingen zitten on- en offline in leerroutes. In het digitale platform Junior Cloud wordt de leerroute van het kind automatisch aangepast, zodat er altijd stof wordt aangeboden op het niveau van de leerling.

Binnen Nieuw Nederlands Junior Taal worden de lessen afgesloten met een terugblik op het lesdoel. Daarnaast combineert formatieve evaluatie en summatieve toetsing in ieder blok. Zo is er in les 11 de Test jezelf les (Waar sta je nu? Wat vind je nog moeilijk?). Als leerlingen een onderdeel niet beheersen, krijgen ze online of via printbladen extra remediëringsstof aangeboden (bij online inclusief tips en feed­back). Alle taaldomeinen en begrijpend lezen worden in samenhang getoetst met de summatieve toets aan het eind van het blok. Daarnaast is er de zelfevaluatie op vijf leerdoelen aan de hand van de rubric, een voortgangsformulier. Het is een tool voor feed-up, feedback en feedforward. Daarin evalueert de leerling ook op het proces aan de hand van een persoonlijk doel. Bij elk blok passen de leerlingen ook hun taal- en tekstkennis toe in een eindproduct.

Binnen Nieuw Nederlands Junior Taal & Spelling worden de lessen afgesloten met een terugblik op het lesdoel. Daarnaast combineert formatieve evaluatie en summatieve toetsing in ieder blok. Voor spelling wordt er een vijf-woordendictee aan het begin van les 1,2 en 4 gegeven. In les 3 is er een dictee met vijf zinnen en tien losse woorden (summatief/formatief). In de dicteeles van week 3 worden opnieuw categorieën herhaald, maar komen ook categorieën terug die in eerdere blokken aangeboden zijn. Dit dictee kan worden ingezet als bloktoets. Vanaf groep 6 is er één werkwoordspellingstoets per blok.