De methode telt 3 leerlijnen: technisch lezen, spelling en taalverwerving (waarin opgenomen woordenschat en begrijpend luisteren). De leerstof wordt aangeboden aan de hand van 10 thema’s van 4 weken. Elke week bestaat uit 14 lessen. De methode biedt ruim voldoende stof voor 360 minuten lees- en spellingonderwijs per week en 90 minuten taalverwerving per week. Er ligt een duidelijke nadruk op technisch lezen en de fonologische ontwikkeling die voorwaarde is voor nauwkeurig en vlot technisch lezen. Daarnaast is er vanaf het begin aandacht voor spelling als de logische tegenhanger van lezen. Verder bevat de methode een aanbod van 150 woordenschatwoorden die worden behandeld door middel van incidenteel leren. Woorden worden vanuit de context behandeld. Leesbevordering en begrijpend luisteren krijgt ook aandacht binnen TaalOceaan.

De teksten in het Oceaanboek (lesboek) beginnen op een basisniveau, dat gedurende het jaar toeneemt van AVI Start tot AVI M4. Halverwege gaat de tekst verder op het voorlopersniveau, M3 in het begin van jaar en E4 aan het eind van het jaar. Daardoor worden de ook basisleerlingen uitgedaagd tot het lezen van teksten van een hoger niveau. Ook het werkboek is daarop gericht. TaalOceaan kent geen aparte pluswerkboeken. Elk werkboek bevat opdrachten op drie niveaus zodat leerlingen ook door het werkboek uitgedaagd worden te oefenen met stof van een hoger niveau. De prentenboeken worden behandeld volgens de principes van Close Reading. De lessen bevatten een hogere orde denkvragen voor de voorlopers. De Havenboeken kunnen thuis worden ingezet, om de ouderbetrokkenheid bij de leesontwikkeling van een leerling te vergroten.

Aan de hand van de gegevens van toetsen die eind groep 2 worden afgenomen (fonologisch bewustzijn, letterkennis en benoemsnelheid) wordt de startsituatie voor groep 3 bepaald. Elke vierde week van een thema biedt een herhalings- en toetsingsweek. Elk blok wordt afgesloten met een schriftelijke toets in het toetsboek. Er is een herfstsignaleringstoets die bestaat uit een schriftelijk gedeelte en een mondeling gedeelte. De toets is bedoeld om al vroeg zicht te krijgen op leerlingen die een achterstand ontwikkelen op het gebied van lezen en spelling. Zo is er ook een voorjaarsignaleringstoets afgewisseld met niet methode-gebonden Cito-toetsen.